Minder toeristen, goedkoper vliegen, zachtere temperaturen, er kleven tal van voordelen aan een Zuid-Europese vakantie in het najaar. Zeker het in de zomer drukbezochte Toscane is dan een echte aanrader. Vijf redenen om in oktober richting deze schitterende regio af te reizen.
De kosten zijn beduidend lager
De eerste is bekend, maar toch het vermelden waard: je betaalt veel minder in de tussenseizoenen. Tickets, huisjes en soms ook de lokale horeca, er worden prijzen gehanteerd die bij het weer passen, namelijk zachter. Overigens is het eten, zeker als je niet op terrassen op de grote bekende pleinen plaatsneemt, hier altijd prima betaalbaar en bovendien overheerlijk.
Het weer is zacht
Het is niet bloedheet in deze maanden. Als de eerste septemberbuien zijn gevallen, daalt het kwik steevast naar een weldadige twintig graden: genoeg om zonder jas op pad te gaan, maar zeker niet te warm om door pakweg Cortona, Pisa of Pienza te slenteren, waar je veel minder toeristen ziet. Je kunt er bijvoorbeeld ook super heengaan met de caravan en daar één van de prachtige campings Toscane boeken. Het is weer is daar in elke omstandigheid fan-tas-tisch!
De kleuren zijn fabelachtig mooi
Het weer verandert en de kleuren in de natuur veranderen mee. De typische en beeldbepalende cipressen blijven groen en steken af tegen de intussen bruine, oranje en gele herfsttinten van andere beplanting. Toscane is in de herfst een plaatje van een landschap. De heuvels, met her en der rookpluimpjes omdat het tuinafval nu verbrand mag worden, het zachtere licht, de dauw die ’s morgens op de bladeren rust: je leert de herfst hier wel waarderen.
De locals zijn toeschietelijker
De herfst omarmen doen de locals ook, je hoort hier zelden iemand over een herfstdepressie. Men is opgelucht dat het toeristenseizoen erop zit en stiekem wordt er al aan Kerstmis gedacht, want dit is een groots gevierd evenement in Italië. Kortom: de mensen zijn wat vrolijker en toeschietelijker. Ze maken tijd voor een praatje en vertellen je meer over hun heerlijke gerechten. Zo maak jij als nieuwsgierige buitenstaander meer deel uit van het Toscaanse boerenleven. Wie weet sla je aan het fantaseren over verhuizen naar deze regio. Je zou de eerste Nederlander niet zijn die een camping in italië bezoekt.
Je proeft andere gerechten
De menukaarten zien er heel anders uit omdat men hier seizoens- en streekgebonden eet. Geen sla dus, maar heerlijke truffels, porcini (de paddenstoelen die wij eekhjoorntjesbrood noemen) en kastanjes. Ze maken er de meest bijzondere lekkernijen mee. Bestel een bord pici ai funghi porcini (spreek dit op zijn Toscaans uit: piesjie aai foengi porsjienie). Laat er een glas lokale wijn naast zetten – Chianti of Vernaccia di San Gimignano – en je weet niet wat je proeft!